OpenAC 3 Key Server

De hier beschreven functionaliteit werkt alleen met OpenAC 3 build 3.2018.0524? en hoger in combinatie met OpenAC 2 versie 2.100 revisie r45153 en hoger

OpenAC gebruikt voor veel tabellen een samengestelde key. De key begint altijd met <centrumprefix>-. Na het koppelteken volgt optioneel een serieprefix en dan een volgnummer. Zie Configureren serieprefix voor meer informatie over samengestelde keys.

Om de eerstvolgende key te bepalen wordt de tabel gelockt om te voorkomen dat twee keer dezelfde key wordt uitgegeven. Dat gaat meestal goed, behalve als in korte tijd veel keys uitgegeven moeten worden. Dan levert het lock errors op. Omdat OpenAC 3 een stuk sneller is dan OpenAC 2 kan dit gebeuren bij sommige OpenAC 3 schermen.

De OpenAC 3 Key Server is ontwikkeld om dit probleem te voorkomen. Bij gebruik van de Key Server doet OpenAC 3 voor elke nummerserie éénmalig een query waarbij de tabel wordt gelockt. De volgende keer dat een key uit dezelfde serie wordt aangevraagd wordt een teller uit de key cache opgehoogd en een nieuwe key teruggegeven. Er zijn verder geen query's en database locks meer nodig. Hiermee voorkomen we lock errors.

Bij gebruik van de Key Server verstuurt OpenAC 2 voor elke key een request aan OpenAC 3. Deze geeft de key terug. In de oude situatie kwam de key trouwens ook van de server, maar dan de database server met behulp van een query.

Configuratie

Configuratie OpenAC 2

Om de Key Server in gebruik te nemen moet in het instellingenscherm het vinkje "Gebruik Key Server" in de sectie "OpenAC Server" aan worden gezet. Vergeet niet om dezelfde optie ook aan te vinken onder "Instelling voor alle gebruikers". Hierdoor wordt de instelling in de database opgeslagen en is dan voor alle OpenAC gebruikers gelijk. Dit is voor deze functie erg belangrijk.

Configuratie OpenAC 3

Als de Key Server in gebruik wordt genomen moet OpenAC 3 opnieuw worden gestart. Ook als de optie uit heeft gestaan en later weer aan wordt gezet moet OpenAC 3 opnieuw worden gestart. OpenAC leest de optie "Gebruik Key Server" uit de database dus er is verder geen configuratie nodig. Als de Key Server in gebruik is dan kan OpenAC 2 alleen nieuwe records aanmaken als de OpenAC 3 server aan staat.

Productie en Test

Zowel OpenAC 2 als OpenAC 3 bepalen bij het opstarten een unieke database-id. Als OpenAC 2 een key opvraagt bij OpenAC 3 dan wordt deze id meegegeven. Als de database-id's niet overeenkomen zal OpenAC 3 geen key uitgeven.

Logging

Zowel OpenAC 2 als OpenAC 3 schrijft het database-id naar het logbestand. Fouten bij het opvragen of uitgeven van een key komen ook altijd in het logbestand terecht.

Logging OpenAC 2

Als de switch "debug_datamodel_laden" aan staat schrijft OpenAC de parameters van de maak_key functie naar het log.

Logging OpenAC 3

Bij log level "Debug" schrijft OpenAC de parameters van de maak_key functie naar het log.