Taal- en spraakproblemen

In de ontwikkeling van jonge kinderen verwachten we rond het eerste jaar de eerste woordjes. Het kan wat langer duren, maar we gaan ons zorgen maken als kinderen tussen 1½ en 2 jaar nog geen woordjes of klanken gebruiken die verwijzen naar iets of iemand. Het is goed om hierover dan met de consultatiebureauarts of huisarts te praten. Mogelijk wordt u dan doorverwezen naar een Audiologisch Centrum voor nader onderzoek.

Het multidisciplinaire team op het Audiologisch Centrum

Bij jonge kinderen zijn oorzaken en gevolgen in de ontwikkeling nog moeilijk te ontwarren. Daarom is het belangrijk breed naar jonge kinderen te kijken en onderzoek te doen naar de verschillende factoren die een rol spelen in het spraak- en taalontwikkelingsproces. Wanneer u met uw kind naar het Audiologisch Centrum komt, kunt u verwachten dat er onderzoek wordt gedaan naar de voorwaarden voor de spraak-taalontwikkeling, zoals het gehoor en de mondfuncties. Verder worden het taalbegrip en de spraak- en taalproductie onderzocht, en de wijze waarop uw kind communiceert. Ook algemene ontwikkelingsaspecten worden bekeken, zoals het presteren op non-verbale taken en de motorische ontwikkeling.

Onderscheid tussen een spraakstoornis en een taalontwikkelingsstoornisWat is een spraakstoornis?

Er is sprake van een spraakstoornis wanneer er problemen zijn met de uitvoering van de spreekbewegingen, waardoor de spraakklanken niet goed klinken. Dit is bijvoorbeeld het geval bij slissen, lispelen en nasale spraak. Soms kan het kind de klank niet vormen en slaat het deze consequent over of vervangt het deze door een andere klank.
Het is in dat geval belangrijk om te onderzoeken of het spraakorgaan (adembeheersing, stembanden, gehemelte, tong en lippen) in orde is en of de motorische mogelijkheden voldoende zijn om de spraakbewegingen uit te voeren. Sommige kinderen beheersen de fijne motoriek van het spreken nog onvoldoende, andere kunnen problemen hebben met de planning en aansturing van de spreekbewegingen.

Wat is een taalontwikkelingsstoornis?

Een taalontwikkelingsstoornis is een stoornis in het leren van de moedertaal. Sommige kinderen zijn laat met het leren praten. Ze beginnen bijvoorbeeld pas op driejarige leeftijd met het praten in zinnen.
Er is dan sprake van een vertraagde taalontwikkeling. Bij andere kinderen verloopt de taalontwikkeling anders dan bij de meeste leeftijdgenootjes het geval is. Er zijn kinderen die goed begrijpen wat er gezegd wordt, maar moeite hebben met het verwoorden van hetgeen ze willen vertellen. Dan is er sprake van een afwijkende taalontwikkeling.
Bij kinderen met taalproblemen maken we onderscheid tussen niet-specifieke taalontwikkelingsstoornissen en specifieke taalontwikkelingsstoornissen.

  • Bij niet-specifieke taalontwikkelingsstoornissen verloopt de taalontwikkeling vertraagd of afwijkend als gevolg van of in combinatie met een ander probleem, zoals een verminderd gehoor, moeite met de contactname of een verstandelijke beperking. De aanpak zal gericht zijn op de factor die het meest op de voorgrond staat.
  • Bij een specifieke taalontwikkelingsstoornis hebben we te maken met kinderen die uitsluitend problemen hebben in de taalontwikkeling.

TaalontwikkelingsstoornisOorzaken

Vaak is er geen duidelijke oorzaak aan te geven en wordt verondersteld dat er ergens in het brein een minimale verstoring optreedt die met de huidige onderzoeksmethoden niet kan worden vastgelegd, ook niet met behulp van neurologisch onderzoek. Taal is ook een kwestie van aanleg. Zoals sommige mensen meer dan gemiddeld moeite hebben met bijvoorbeeld wiskunde, zo hebben anderen een zeer zwakke aanleg voor taal. De gebieden in de hersenen waarin de taalverwerking en taalplanning tot stand komen, kunnen anatomisch anders zijn of neurologisch niet optimaal functioneren. Dit is vaak erfelijk bepaald.

Gevolgen

Problemen met praten kunnen grote gevolgen hebben als ze niet worden onderkend. Als een kind dingen niet goed begrijpt of zich niet goed duidelijk kan maken, kan dat leiden tot misverstanden in de communicatie, vaak met frustraties tot gevolg. Die frustraties kunnen zich uiten in agressief of juist teruggetrokken gedrag. Een stoornis in de vroege taalontwikkeling kan op de basisschool ook leiden tot lees- en spellingsproblemen. En omdat taal ook een belangrijke rol speelt bij het denken kunnen taalproblemen leiden tot leerproblemen of leerachterstanden.

Hoe weet u of er sprake is van een taalontwikkelingsstoornis?

Een of meerdere van de volgende kenmerken kunnen voorkomen bij een kind met een taal(ontwikkelings)stoornis:

  • weinig woorden kennen;
  • moeite hebben om op een woord te komen;
  • vaak hetzelfde vertellen; vaak dezelfde woorden gebruiken;
  • slecht verstaanbaar spreken zonder dat er mondmotorische beperkingen zijn of problemen met de planning en aansturing van de spreekbewegingen;
  • veel fouten in de zinnen maken;
  • erg korte zinnen maken;
  • vaak niet begrijpen wat er verteld wordt;
  • dichtklappen of zeggen "dat weet ik niet", als er een vraag wordt gesteld;
  • weinig praten, stil zijn; 
  • praten met veel denkpauzes, stopwoorden en herhalingen;
  • driftig worden als hij/zij niet begrepen wordt/iets niet begrijpt;
  • een belevenis of verhaal buiten het hier-en-nu onvoldoende in taal aan de luisteraar kunnen overbrengen.

Wat kunt u doen (als ouder)

Als u als ouder ongerust bent, kun u dit aangeven bij de consultatiebureauarts of contact opnemen met de huisarts. Het is altijd mogelijk een spraak-taalonderzoek te laten doen bij een multidisciplinair taalteam van een Audiologisch Centrum (in verband met vergoeding door zorgverzekeraar is verwijzing door een arts nodig). Op basis van de uitkomsten van een dergelijk onderzoek wordt bekeken hoe kind, ouders en eventueel school verder geholpen kunnen worden.
Er zijn vele mogelijkheden van verwijzing en advisering na multidisciplinaire diagnostiek op een Audiologisch Centrum. Te denken valt aan verwijzing naar een logopediepraktijk, plaatsing of begeleiding vanuit het speciaal onderwijs voor kinderen met taalontwikkelingsstoornissen, verwijzing naar instanties als Bureau Jeugdzorg of MEE, naar speciale zorginstellingen of naar medisch specialisten.
Ook kunnen ouders ondersteund worden in het stimuleren van de taalspraakontwikkeling van hun kind door middel van speciaal hiervoor ontwikkelde oudercursussen.

Speciaal onderwijs

Ouderverenigingen

De FOSS, de Nederlandse federatie van ouders van slechthorende kinderen en van kinderen met taalspraakmoeilijkheden. De website bevat verschillende rubrieken, onder meer over het tijdig erkennen en herkennen van taalspraakmoeilijkheden en het vinden van de juiste deskundige hulp.

De BOSK is de vereniging van motorisch gehandicapten en hun ouders. De BOSK behartigt ook de belangen van ouders van kinderen met taalspraakontwikkelingsstoornissen.

Verdere informatie

Downloadbaar artikel: Vroegdiagnostiek en Vroegbegeleiding bij kinderen met een gestoorde communicatieve ontwikkeling (februari 2007)

Boeken

  • Goorhuis-Brouwer (2000), Het wonder van de taalverwerving. Basisboek voor opvoeders van jonge kinderen. De Tijdstroom, ISBN 90 352 1813 2.
  • Welle-Donker, M., Slofstra, C., Meulen, S. van der, Denderen, M. van, Beek, B. van & Verschoor, A. (Red.) (2001), Spraak- en Taalproblemen bij Kinderen. Ervaringen en Inzichten. Van Gorcum, ISBN 90 232 3600 9
  • Verrips, M. (1999), De taal van je kind, de verrassende rijkdom van de kindertaal. Kosmos-Z&K Uitgevers, Utrecht/Antwerpen, ISBN 90 215 3385 5
  • Verrips, M., Aarssen, J., & Fikkert, P. (Ouders Online) (2001), Oetsiekoetsie, de meest gestelde vragen over kindertaal en meervoudig opvoeden. Kosmos-Z&K Uitgevers, Utrecht/Antwerpen, ISBN 90 215 9520 6