wiki:Documentatie/Manager/Rapportages/Kwaliteit/Indicatoren

FENAC-Indicatoren

module r050_kwaliteitsindicatoren

De kwaliteitsindicatoren van OpenAC zijn gebaseerd op het rapport kwaliteitsindicatoren, opgesteld door de FENAC in samenwerking met het extern adviesbureau Plexus. De indicatoren zelf en de nadere uitwerking en verfijning daarvan is in handen van de werkgroep Kwaliteit van de FENAC.

In 2014 en begin 2015 zijn de kwaliteitsindicatoren van de FENAC herzien door de taakgroep kwaliteit.

Achtergrond Indicatoren

Kwaliteit is een moeilijk te vangen begrip, en is niet rechtstreeks te meten. Daarom worden er indicatoren gebruikt -- aanwijzingen die wel meetbaar zijn en waarvan men aannemelijk kan maken dat er een verband bestaat tussen de indicator en de daadwerkelijke kwaliteit ergens van.

Een voorbeeld van een kwaliteitsindicator bij auto's is het gemiddeld aantal reparaties per jaar per auto van een bepaald merk. Als er maar weinig reparaties nodig zijn, dan vermoeden we dat de auto's van hoge kwaliteit zijn.

Bij een indicator is het belangrijk om vier dingen te weten:

  • de populatie waarvan de indicator gemeten wordt (bijvoorbeeld Opel Manta's uit 1967, of alle patiënten van een AC jonger dan 6 jaar). Bij het bepalen van de populatie streven we ernaar om de groep zo nauwkeurig mogelijk te omschrijven. Daarom zouden we bijvoorbeeld liever spreken van "alle patiënten van een AC jonger dan 6 jaar op de dag van telling".
  • wat er nou precies geteld of gemeten wordt aan de populatie. Hierbij spreken we van de criteria om leden van de populatie aan te wijzen en een meetfunctie die een getal oplevert voor de leden van de populatie.
  • wat het streven is voor de gegeven indicator. Bij sommige indicatoren wil je een groot getal (bijvoorbeeld "hoe lang gemiddeld voordat de auto de eerste keer stuk gaat?") en bij andere juist een klein getal (zoals "hoeveel keer gemiddeld moet de telefoon overgaan voordat hij aangenomen wordt?"). Dit streven stelt ons in staat om historische vergelijkingen te doen met indicatorwaarden en zo te concluderen dat het "beter" of "slechter" gaat met die indicator. Daaruit hopen we ook te concluderen dat het beter of slechter gaat met de kwaliteit als geheel.
  • hoe interpreteer je de indicatorwaarden? Uiteraard betekent een indicator precies wat het berekent op basis van de populatie, criteria en meetfunctie, maar er is vaak een behoefte om de berekende getallen op een andere manier te duiden. Deze duiding kan gebruikt worden voor marketing-doeleinden, of ter vergelijking met eigen prestaties of de prestaties van anderen en het is dus van belang om dit zorgvuldig te formuleren (hetgeen op gespannen voet staat met gebruik voor marketing).

De FENAC kwaliteitsindicatoren zijn in eerste instantie bedoeld om de ACs allemaal gelijke maatstaven te geven voor het beoordelen van eigen prestaties. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling om ze te hanteren als een soort wasmiddelenreklame.

De kwaliteitsindicatoren worden in twee verschillende contexten gebruikt: individueel (per cliënt), en samengevoegd in een rapportage. Individueel slaan de prestatie-indicatoren steeds op een zorgtraject. Die individuele gegevens worden gebruikt voor de rapportages -- met name om tellingen of gemiddelden te berekenen.

Voor elke indicator staat hier onder de intuitieve bedoeling van de indicator, gevolgd door de berekening per client, en daarna de manier waarop het samengevoegd wordt in een rapportage. Een rapportage wordt berekend over een bepaalde periode (data A t/m B). Dit wordt aangeduid als "de periode".

Rapportage Opvragen

De knop om kwaliteitsindicatoren uit te rekenen bevindt zich bij de andere rapportageknoppen in de box Overzichten in het OpenAC hoofdscherm. De knop is beschikbaar voor medewerkers met de permissie managementinfo/kwaliteit.

De rapportage wordt berekend over een periode die wordt opgegeven. Het is mogelijk om de indicatoren van het lopende jaar op te vragen, bijvoorbeeld tot op heden, maar dat kan een licht vertekend beeld geven.

De parameters van de rapportage zijn een begin- en eind-datum, en een vinkje of er controlesheets gemaakt moeten worden. Als er controlesheets zijn, worden die achter de sheets van de rapportage zelf geplaatst.

No image "aanroep-dialoog.png" attached to Documentatie/Manager/Rapportages/Kwaliteit/Indicatoren

Toegangstijd

Dit is de tijd tussen de datum van aanmelding (dat is de datum waarop het AC weet dat de cliënt een zorgvraag heeft) en de datum dat de cliënt voor het eerst zorg of diagnostiek had kunnen ontvangen. Zo lang duurt het dus voordat een cliënt zorg krijgt.

Definities

  • Zorgmogelijkheid = een bezoek of een no-show ten laste van de cliënt. Deze worden in het dossier geregistreerd.
  • Datum aanmelding = datum van ontvangst van de initiële verwijzing van het zorgtraject. Dit wordt bij een verwijzing geregistreerd in het veld datum ontvangen.
  • Datum eerste bezoek = de eerste datum in het zorgtraject waarop zorgmogelijkheid is geregistreerd.

Berekening

Deze indicator wordt per zorgtraject berekend. De berekening is het aantal dagen van de datum aanmelding tot de datum eerste bezoek, met een minimum van nul (0) dagen. Indien er een bezoek plaatsvindt voor de verwijzing is ontvangen, wordt nul dagen gerekend. Indien er geen verwijzing is, of indien er geen eerste bezoek is, wordt "nog niet bekend" (nnb) gerekend.

Rapportage

Alle cliënten met een eerste bezoek in de periode doen mee.

Doelgroepen zijn bepaald op basis van de cliëntgegevens langs twee assen:

  • As 1, zorgvraag. Hier worden spraak/taal en gehoor onderscheiden.
  • As 2, leeftijd. Hier wordt de leeftijd van de cliënt op de datum van het eerste bezoek gebruikt, vervolgens onderverdeeld in deze groepen:
    • 0-3 maanden (vanaf 0 t/m 3 maanden) neonaten
    • 4 maanden-7 jaar kind
    • 8-15 jaar jeugd
    • 16 jaar- volwassene

Elke cliënt (eigenlijk elk zorgtraject: een cliënt met paralelle zorgvraag kan twee keer worden geteld) wordt ingedeeld in een doelgroep langs de twee assen en de toegangstijd wordt bepaald. Cliënten met toegangstijd nnb (dat betekent concreet dat er geen verwijzing is) worden genegeerd. De toegangstijd wordt toegerekend aan de bijbehorende doelgroep.

De rapportage laat voor elke doelgroep zien:

  • Naam doelgroep
  • Totaal aantal cliënten in deze doelgroep
  • Percentage cliënten die de norm (zie onder) haalt

De norm voor neonaten is drie (3) weken, voor alle andere groepen zes (6) weken, dwz. 21 of 42 dagen. Cliënten voor wie de toegangstijd kleiner of gelijk aan de norm zijn, hebben de norm gehaald.

Controlesheet:

  • Cliëntnummer
  • Datum aanmelding
  • Datum eerste bezoek
  • Toegangstijd in dagen

Multidiciplinaire Diagnostiek

Deze indicator geeft aan hoezeer de branche-wens om multidisciplinaire diagnostiek toe te passen op clienten, wordt bewaarheid.

Definities

  • "aantal domeinen" = elke verrichting die in een zorgtraject wordt uitgevoerd (als onderdeel van een bezoek), heeft nul of meer toegekende domeinen. Dit is een van A (audiologie), M (maatschappelijk werk), P (psychologie) of S (spraak/taal). Het totaal aantal verschillende domeinen van verrichtingen in het zorgtraject, wordt geteld (nul tot vier).

Berekening

Deze indicator wordt per zorgtraject berekend. Van alle verrichtingen die zijn uitgevoerd in het zorgtraject worden de domeinen bepaald. Voor AC's met lokale verrichtingen, worden de domeinen van de achterliggende FENAC-verrichtingen gebruikt. De verzameling van verschillende domeinen wordt berekend (een deelverzameling van A, M, P en S). Het aantal domeinen wordt als indicator gebruikt.

Rapportage

Alle cliënten met een bezoek in de periode doen mee, mits:

1 na dat bezoek binnen 365 dagen geen afspraak of richtdatum gepland staat, of 2 op de datum van het bezoek, het bijbehorende zorgtraject al 365 dagen openstaat (dwz. de cliënt is al een

jaar in behandeling). Dit inclusie-criterium is geinspireerd op de CQI-inclusie. Inclusie op basis van mits-2 gaat voor op exclusie op basis van mits-1.

TODO: controleren dat exclusie ook zo gebeurt.

Doelgroepen zijn bepaald op basis van de cliëntgegevens:

  • As 1, leeftijd op datum eerste bezoek van het zorgtraject
    • Indien jonger dan 16 jaar, kind
    • 16 jaar of ouder, volwassene. Voor volwassenen is de zorgvraag (As 2) niet van belang.
  • As 2, zorgvraag

Elke cliënt die aan de inclusie-criteria voldoet, wordt ingedeeld in een van de doelgroepen en het aantal domeinen van het zorgtraject bepaald. Het aantal zorgtrajecten met elk verschillend aantal (0 t/m 4) wordt geteld.

De rapportage toont voor elke doelgroep:

  • Naam doelgroep
  • Aantal cliënten in de doelgroep met 0, 1, 2, 3 resp. 4 domeinen

De rapportage toont ook voor elke doelgroep:

  • Naam doelgroep
  • Aantal cliënten in de doelgroep voor elke deelverzameling van A, M, P, S

De rapportage toont ook voor elke doelgroep:

  • Naam doelgroep
  • Aantal cliënten in de doelgroep die een A, M, P, resp. S in hun domeinen-verzameling hebben.

Controlesheet:

  • Cliëntnummer
  • Datum bezoek
  • Datum begin zorgtraject (inclusie mits-2)
  • Datum vervolgafspraak (exclusie mits-1)
  • Totaal domeinen (de letters van het totaal)
  • Voor elk bezoek van de client de domeinen die bij dat bezoek zijn gescoord.

Doorlooptijd

De gemiddelde doorlooptijd van eerste bezoek (contact) tot de diagnostiek is afgerond.

Definities

  • "eerste bezoek" Een bezoek (geen no-show) waarbij de cliënt gezien is op het AC.
  • "escape-clausule bezoek" Een bezoek (geen no-show) waarbij de cliënt gezien is op het AC en waarna er ten minste twaalf maanden (een jaar) geen bezoeken zijn of vervolg-afspraken.
  • "gehoor verrichtingen":
    • A702 - Toonaudiometrie
    • A707 - Kinderaudiometrie standaard
    • A708 - Kinderaudiometrie vrije veld
    • A712 - BERA kind zonder narcose
    • A713 - BERA kind met narcose
    • A715 - Oto-akoestische emissies (OAE)
  • "spraak/taal verrichtingen":
    • S741 - Logopedisch onderzoek
    • S742 - Logopedische observatie
    • S750 - Linguïstisch onderzoek
  • "advies verrichtingen":
    • A723 - Gesprek audioloog
    • S745 - Gesprek logopedist
    • P776 - Gesprek psycholoog/orthopedagoog
    • I724 - Hoortoesteladvies
    • I726 - Controle hoortoestel
    • I728 - Advies/controle overige hulpmiddelen
  • "afronding diagnostiek" De eerste datum waarop de minimale set voor het traject benodigde verrichtingen is uitgevoerd
    • voor gehoortrajecten: 2 verrichtingen: minstens 1 uit "gehoor verrichtingen" en minstens 1 uit "advies verrichtingen"
    • voor spraak/taal trajecten: 3 verrichtingen: minstens 1 uit "gehoor verrichtingen", minstens 1 uit "spraak/taal verrichtingen" en minstens 1 uit "advies verrichtingen"

Berekening

Deze indicator wordt per zorgtraject berekend. De indicator is het aantal dagen van het eerste bezoek (eerste contact) tot de afronding diagnostiek, of, indien die niet is ingevuld, het eerste escape-clausule bezoek, met een minimum van 1. Als geen afronding diagnostiek is geregistreerd en er is geen escape-clausule bezoek, dan is de doorlooptijd onbekend.

Rapportage

Alle cliënten waarvoor de volgende eisen gelden, doen mee:

  • de diagnostiek is afgerond in de periode, of
  • er is een bezoek in de periode en dat is de eerste escape-clausule bezoek van het zorgtraject, en
  • de cliënt is aan het begin van het zorgtraject, waarvan de diagnostiek is afgerond, 7 jaar of jonger, en,
  • het betreft een AP-zorgtraject met zorgvraag gehoor of taal/spraak.

De doelgroepen worden bepaald aan de hand van de zorgvraag van het zorgtraject:

  • gehoor of taal/spraak

De rapportage toont, voor elke doelgroep:

  • Naam doelgroep
  • Aantal cliënten in de doelgroep
  • Gemiddelde doorlooptijden, berekend voor de cliënten die in de doelgroep vallen

Controlesheet:

  • Cliëntnummer
  • Datum eerste bezoek
  • Datum diagnostiek afgerond (indien door de professional genoteerd)
  • Datum diagnostiek afgerond (indien de
  • Doorlooptijd in dagen.
Last modified 4 years ago Last modified on Oct 2, 2020 10:55:22 AM

Attachments (1)

Download all attachments as: .zip