wiki:Documentatie/Beheerder/Schermen/Datamodel

Datamodel en tabeldefinities

Vanuit OpenAC heeft u toegang tot de definities van de tabellen en codetabellen. U kunt dus vanuit OpenAC zelf tabellen en velden toevoegen. Om wijzigingen te effectueren dient OpenAC opnieuw te worden gestart. Wijzigingen worden pas definitief voor alle gebruikers, nadat ze zijn ingeleverd via versiebeheer.

  • Het datamodel scherm geeft inzicht in de structuur van de tabellen in de database van OpenAC en hoe die tabellen zich tot elkaar verhouden. Dit is een alleen-lezen scherm: de gebruiker kan niks wijzigen in de structuur. Toegang tot dit scherm kan worden verleend met de permissie structuur+R in het toegangsrechtenscherm (zet het vinkje toplevel uit om deze permissie te zien).
  • Het tabeldefinities scherm geeft een tekstuele weergave van de structuur van de database van OpenAC. In dit scherm is ook de structuur te wijzigen; de layout van de velden kan worden aangepast, tooltips, enz. Er kunnen ook nieuwe velden en tabellen worden aangemaakt. Toegang tot dit scherm kan worden verleend met de permissie structuur+U in het toegangsrechtenscherm (zet het vinkje toplevel uit om deze permissie te zien).

Datamodel

Het datamodel scherm geeft op kleurrijke wijze de structuur van de data in OpenAC weer. De data in OpenAC is gestructureerd als tabellen met sub-tabellen (en sub-sub-tabellen, enzovoorts). Elke tabel in de database wordt weergegeven als een blok. De kleur van het blok komt overeen met de kleur van de box waarin de gegevens elders in OpenAC worden gepresenteerd: de kleur van blok patient is dus hetzelfde als de box voor patiënt NAW-gegevens in het dossier.

In een blok staat bij elk veld het soort veld: tekst, of een getal, of datum. Sommige velden verwijzen naar andere tabellen, zoals bij de patiënt het veld adressen verwijst naar tabel postadres. De tabellen waarnaar verwezen wordt -- zoals in dit geval postadres -- staan rechts naast het blok waarin de verwijzing staat. Zo heeft een patiënt een of meer behandelingen, en een behandeling kan een of meer acties hebben: rechts van patiënt staat het blok voor de behandeling, en rechts daarvan weer het blok voor acties.

De blokken staan in principe alfabetisch gesorteerd, behalve dat het blok voor de patiënten-tabel altijd bovenaan staat: dat is het meest belangrijke blok voor OpenAC.

In elk blok in het datamodel scherm is een knop structuur te vinden, waarmee de desbetreffende tabel in het tabeldefinities scherm (zie onder) geopend wordt. Deze knop is alleen aanwezig voor medewerkers die het tabeldefinities scherm mogen gebruiken.

(vanaf OpenAC v2.016) Om de nogal omvangrijke informatie in het scherm te kunnen beperken, is er vanaf OpenAC v2.016 een filter functie. Vul een zoekterm in in het tekstvak in de taakbox en klik op filter. Dit vergemakkelijkt het zoeken naar een specifiek veld of een specifieke tabel. De filter wordt toegepast op tabelnamen en veldnamen, en niet op het soort veld. Dat betekent dat filteren op tekst niet alle tekstvelden laat zien, maar velden als brieftekst en de tabel brief_tekstfragment.

Om het filteren ongedaan te maken en weer alle velden en tabellen in het datamodel te zien, klik op de reset knop in de taakbox.

Tabeldefinities

In het tabeldefinities scherm kunnen de tabellen van OpenAC bewerkt en aangepast worden. Hieronder vallen:

  • het instellen van de kleur waarin een blok of box op het scherm komt (bijvoorbeeld om het kanariegeel van de indicatoren wat rustiger te maken),
  • de kolommen in de lijstweergave van patiënten, bijvoorbeeld in het dossier scherm,
  • labels en tooltips voor een tabel aan te passen,
  • de volgorde van velden in een box (behorende bij een tabel) aan te passen, of
  • de layout en tooltips van een veld aan te passen.

Dit scherm werkt in een van twee modussen: het bewerkt tabellen, of het bewerkt velden. Dit kan geschakeld worden met een bolletje in de taakbox.

Tabellen

Het scherm start op met een lijst van alle beschikbare tabellen in OpenAC.

In principe zijn deze tabellen allemaal ook terug te vinden in het datamodel scherm of in het codetabellen scherm. De kolom type geeft aan of iets een toptabel is (dat wil zeggen een eigen ingang is in het systeem) of een subtabel (die hangen altijd ergens anders aan, hetzij een toptabel hetzij een andere subtabel) of een codetabel (met een lijst van codes).

Dubbelklik op een tabel om de tabel te selecteren om te bewerken.

De naam van de tabel staat bovenaan de box. Deze is, eenmaal aangemaakt, niet te veranderen. De tabeltype kan worden gekozen, maar is nadien niet gemakkelijk te wijzigen (er zou ook in de database wat moeten worden gedaan met de hand). Het is hoogst onverstandig te proberen de tabeltype te veranderen van tabellen die in de kern van OpenAC gedefinieerd zijn. Keylengte bepaalt het aantal plaatsen in de key die door OpenAC wordt bepaald. Tel hierbij de centrumprefix niet mee (dus in dit voorbeeld zou het bij de NSDSK uitkomen op 11 tekens totaal: ACHN- plus zes tekens van de key). Met de drop-down plus keylengte van is de key-lengte van een andere tabel te gebruiken als maatstaf voor de key van deze tabel.

De kleur van een tabel bepaalt de kleur van de boxen waarmee de gegevens worden gepresenteerd -- in het dossier of elders in OpenAC. Vul een HTML kleurspecificatie in bestaande uit een hekje (#) en zes (6) hex cijfers, of klik op de knop kiezen om gemakkelijk een kleur te kiezen. Het veld layout geeft aan hoe de tabel in lijstweergave er uit ziet. Tabellen kunnen ook opties hebben: met name of ze een zoekindex hebben of niet (en niet alle beschikbare opties zijn nog zinvol).

TODO: documentatie over wat je allemaal in kunt vullen in de layout van een tabel ontbreekt.

De velden enkelvoud, meervoud en tooltip worden gebruikt in de beschrijving van de tabel en de weergave ervan binnen OpenAC.

Velden

Als eenmaal een tabel is geselecteerd, dan kan worden overgeschakeld naar de velden van die tabel. Klik op het bolletje in de taakbox. Daar staat dan iets als Velden in OpenAC-tabel 'patient' . Het scherm geeft dan eerst een lijst-weergave van de velden in die tabel.

De lijst van velden wordt default gesorteerd op box, zodat de velden in de lijst dezelfde volgorde hebben als op het scherm. Elke veldnaam wordt voorafgegaan door de tabelnaam (hier patient) en de eigenlijke veldnaam. Types van velden spreken voor zich: verwijzingen naar andere tabellen zijn te herkennen als tabel() of code().

Dubbelklik op een veld om het veld te wijzigen.

Velden kunnen worden toegevoegd door in de taakbox te klikken op nieuw veld. Het is onverstandig om de naam van een bestaand veld te veranderen. Veldnamen kunnen in principe vrij gekozen worden met letters, cijfers, en het koppelteken.

De beschikbare veldtypes zijn in de drop-down te vinden. Het meest worden tekst en getal en datum gebruikt. De lengte kan een beperking aangeven (zo zijn veel teksten 64 of 80 tekens lang, omdat men er vanuit gaat dat dat redelijk is voor een korte tekst). Bij sommige tekstvelden is een grote lengte nodig. Als er bij een tekstveld geen lengte wordt ingevoerd, verzint OpenAC er iets voor: dat kan ook "onbeperkt" betekenen.

De velden groep en layout geven aan waar het databaseveld zichtbaar wordt binnen een box in OpenAC, en hoe het er vervolgens uitziet. Dit is ingewikkeld genoeg om een eigen pagina te hebben. De veldopties wijzen zich vanzelf, hoewel niet alle combinaties van opties zinvol zijn.

Net als bij tabellen zijn de velden enkelvoud, meervoud en tooltip bedoeld voor de weergave van labels en de tooltips van het databaseveld als het in OpenAC gebruikt wordt.

Last modified 7 years ago Last modified on May 15, 2017 3:40:48 PM

Attachments (11)

Download all attachments as: .zip