[[TOC(heading=Testomgeving)]] [[TOC(heading=Installeren en beheren, sectionindex, compact, depth=3, allactive, indirect=Documentatie/Beheerder/Installeren/TOC)]] [[TOC(heading=Beheerder, sectionindex, compact, depth=2, allactive, indirect=Documentatie/Beheerder/TOC)]] [[TOC(heading=Documentatie, sectionindex, compact, depth=1, allactive, Documentatie/)]] = Testomgeving = In de [wiki:Documentatie/Beheerder/Installeren/Installatiehandleiding installatiehandleiding] van OpenAC wordt omschreven hoe u een database (meestal genoemd ''openac'') aanmaakt in [wiki:Documentatie/Beheerder/Installeren/Installatiehandleiding/MySQL MySQL] of [wiki:Documentatie/Beheerder/Installeren/Installatiehandleiding/SQLServer SQL Server] en hoe u de starter kit installeert. Vaak is het handig om te beschikken over één of twee ''testomgevingen''. U richt deze als volgt in: * Maak een tweede database, bijvoorbeeld ''openactest'' op dezelfde database server, of eventueel op een lokale machine. Tip: zorg dat het woord "test" staat in de naam van de database; OpenAC herkent dit. Volg de instructies die bij de database horen in de installatiehandleiding nauwgezet. Voor SQL Server, maak vervolgens een nieuwe ODBC koppeling naar de nieuwe database. * Rename het OpenAC-icoon op het bureaublad naar ''OpenAC-Productie''. * Pak een tweede starter kit uit, en zet deze op een andere locatie dan de hoofd-OpenAC, dus bijvoorbeeld: `C:\Program Files\OpenAC-Test\`. Bij de installatie van de starterkit is het belangrijk om '''geen''' configuratie te kiezen, anders loop je het risico de bestaande configuratie te overschijven. (Het is ook mogelijk om een bestaande OpenAC installatie gewoon te kopieren naar een andere directory). * Rename het icoon van de nieuwe versie naar ''OpenAC-Test''. * Open een command-prompt en maak een mapje `.openac` aan in de install directory van de tweede OpenAC, dus `OpenAC-Test\.openac`. Hierdoor slaat de '''test''' OpenAC de configuratie op in die `.openac` map en komt het niet in de war met de gewone productie-omgeving. (Normaal gesproken staat de configuratie van OpenAC in de gebruikers ''Application Data'' map; vanaf versie v2.002 van OpenAC is er in het instellingen-scherm een knop ''Open configuratie map'' om direct toegang tot de map te verkrijgen.) * Start de nieuwe versie en vul de connectieparameters in naar de testomgeving. Voor MySQL is daarbij de database hostnaam, poort, database naam, gebruiker en wachtwoord van belang. Bij SQL Server is de DSN en gebruiker en wachtwoord alles dat nodig is. Wanneer u één van de beide OpenAC's start, moet duidelijk in de titelbalk zichtbaar zijn welke database u draait. U kunt nu bijvoorbeeld nieuwe versies testen, of bijvoorbeeld nieuwe functionaliteit die nog niet beschikbaar is gemaakt in een release-versie van OpenAC. Wat u ook doet in de testversie, dit heeft geen betrekking op uw productie-omgeving.